Gezina Voorthuys, geboren in 1776, zette het bedrijf voort na het overlijden van haar echtgenoot Jacob Hendrik Stellingwerff in 1824 als wed. J.H. Stellingwerff. Dit gebeurde vaak aangezien de echtgenotes zeer betrokken waren bij de zakelijke kanten van de firma. De werkplaats werd geleid door haar meesterzilversmid Abraham Bernardus van Grasstek, een zeer kundig man die in zijn tijd bekend stond als een van de beste zilversmeden. Niet verwonderlijk dat hij het hoge kwaliteitsniveau wist te handhaven in de werkplaats. Er werd grootwerk geproduceerd  als kandelaars, theeserviezen, manden, trommels maar ook schepwerk als visscheppen en veel mesheften. Vanaf 1837 gaat de weduwe een samenwerking aan met Van Grasstek onder de naam Wed. Stellingwerff & Van Grasstek. Na het overlijden van de weduwe in 1849 zet Van Grasstek de firma voort tot aan zijn overlijden in 1855. Vervolgens zal zijn weduwe Gerardina van Grasstek-Busser het bedrijf overnemen waarbij hun zoon Lodewijk van Grasstek de werkplaats zal leiden. Er werd geleverd aan Bennewitz & Zonen, As Bonebakker & Zoon, Benten en Benten & Zonen.

Bron: De werkmeesters van Bennewitz en Bonebakker Amsterdams grootzilver uit de eerste helft van de 19e eeuw door Barend J. van Benthem; Amsterdams Goud en Zilver door Jan Rudolph de Lorm; research.rkd.nl